Een brief uit Amerika



Moeder: Wist je dat je een oom in Amerika hebt?

Henk: Nee, dat wist ik helemaal niet.

Moeder: Ja, ik heb een broer in Amerika, jouw oom dus. In 1952 heeft hij naar Noord-Amerika geemigreerd toen veel mensen geemigreerd zijn. Eerst heeft hij in Canada gewoond, maar nu woont hij in Michigan, in de Verenigde Staten. Hij heet Cor.

Henk: Is hij getrouwd?

Moeder: Ja, hij is getrouwd met een Amerikaanse vrouw.

Henk: Hebben ze kinderen?

Moeder: Ja, twee, een jongen en een meisje.

Henk: Hoe heten ze en hoe oud zijn ze? Het meisje heet Jan; zij is veertien. Hun moeder heet Jane.

Henk: Jan? Dat is een jongensnaam!

Moeder: Nee, in Nederland wel, maar in Amerika niet.

Henk: Spreken ze Nederlands?

Moeder: Oom Cor natuurlijk wel, maar de kinderen waarschijnlijk niet veel. Jullie moeten ze Nederlands leren zodra ze hier zijn. Zijn vrouw verstaat wel een beetje Nederlands. Thuis spreken ze natuurlijk alleen Engels aangezien ze in Amerika wonen.

Henk: Correspondeert u met ze?

Moeder: Ja, af en toe. Ik heb vandaag een brief van ze gehad.

Henk: En wat schrijven ze?

Moeder: Mijn broer schrijft dat ze in de zomer naar Nederland komen tenzij hij het te druk heeft.

Henk: Echt?! Dat is interessant!

 

51 упражнение.

Переведите предыдущий диалог.

Упражнение 52.

Ответьте на вопросы:

    1. Wie heeft een broer in Amerika?
    2. Wist Henk dat?
    3. Wanneer is Cor naar Amerika gegaan?
    4. Waar heeft hij eerst gewoond?
    5. Heeft Cor een vrouw?
    6. Hoe heet Henks tante?
    7. Hoe heet Henks nichtje?
    8. Hoe oud zijn de kinderen van oom Cor en tante Jane?
    9. Is Jan een jongensnaam?
    10. Spreken de kinderen van oom Cor Nederlands?
    11. Verstaat Jane Nederlands?
    12. Welke taal spreken ze thuis in Amerika?
    13. Wat schrijft moeders familie?
    14. Wat is de voorwaarde?
    15. Hoe vindt Henk het dat ze komen?
    1. Heb je familie in Nederland?
    2. Hebben jullie familie in Canada?
    3. Hoeveel neefs en nichten heb je?
    4. Hoe heet je oudste neef?
    5. Waar woont je oudste nicht?
    6. Is je oudste nicht getrouwd?
    7. Werkt je oudste neef?
    8. Ben je al in Europa geweest?
    9. Leven je grootouders nog?
    10. Spreek je een andere taal?
    11. Heb jij altijd in Amerika gewoond?
    12. Correspondeer je met iemand in Europa?
    13. In welke taal schrijf je dan?
    14. Schrijf je in het Nederlands?
    15. Schrijf je ook in een andere taal?

 

 


Дата добавления: 2015-12-17; просмотров: 97; Мы поможем в написании вашей работы!

Поделиться с друзьями:






Мы поможем в написании ваших работ!